Aan het einde van deze themasessie:

Wie heeft er aan het einde van de les het zweet op de rug staan? Jij of jouw leerlingen? Een leerling leert het meest als hij actief met de leerstof aan de slag gaat, dus hopelijk in ieder geval de leerling. En jij bent de regisseur van dat leren. Dat zou je activerende didactiek kunnen noemen. Maar activerende didactiek is meer dan je leerlingen activeren en ‘bezig houden’, activerende didactiek is gericht op leren.

Een leerling leert het meest als hij actief met de leerstof aan de slag gaat. Activerende didactiek is in feite precies dat: effectieve leeractiviteiten organiseren die zorgen dat leerlingen actief met de leerstof aan de slag gaan, zodat het werkgeheugen actief is en er veel wordt geleerd. Leeractiviteiten waarbij leerlingen herhaaldelijk en tegelijkertijd sleutelen aan veel verschillende kenmerken noem je ‘rijk’ (Westhoff, 2009). Voorbeelden van rijke leeractiviteiten zijn ordenen, categoriseren, structureren en abstraheren. Een veelvoorkomende valkuil als je lesgeeft is dat je die activiteiten zelf doet. Je ontneemt leerlingen hiermee in feite een kans om veel en rijk te leren. Kortom, de vraag is: wie heeft er aan het einde van de les het zweet op de rug staan? Gelukkig is er een groot aantal activerende werkvormen waaruit je kunt putten.