Onderwijs Arena Digitale Workshop: Differentiëren: Hele Taak Eerst
Doelstelling
Aan het einde van deze themasessie:
- kun je twee verschillende manieren van differentiëren onderscheiden;
- heb je diverse werkvormen waarin wordt gedifferentieerd ervaren;
- weet je wat het differentiatiemodel ‘Hele Taak Eerst’ inhoudt en hoe je dat voor je eigen lessen kunt gebruiken;
- heb je volgens dat model voor één of enkele lessen een serie leeractiviteiten uitgewerkt waarin je bewust differentieert waardoor je leerlingen intensiever betrekt en motiveert.
Inhoud
Leerlingen verschillen van elkaar. Niet alleen wat betreft intelligentie maar ook wat betreft motivatie, creativiteit en overtuiging. En zo ontwikkelen ze zich elk op hun eigen wijze. Recht doen aan verschillen vergroot de betrokkenheid en verhoogt het leerrendement. In je lessen probeer je daarom rekening te houden met verschillen en pas je je onderwijs op leerlingen aan. Dat noem je differentiëren. In deze bijeenkomst maak je kennis met verschillende vormen van differentiëren en krijg je zicht op wat je nu al doet en waar je je repertoire zou kunnen uitbreiden en verrijken. Je ervaart enkele activerende werkvormen waarmee je recht doet aan verschillen tussen leerlingen. En je maakt kennis met het Hele Taak Eerst-model waarmee je op een relatief eenvoudige manier gedifferentieerd en uitdagend onderwijs kunt ontwerpen.
Differentiëren
Ook al is de definitie van differentiëren niet altijd dezelfde, duidelijk is wel dat bij differentiëren de sturing bij de docent ligt. Dit in tegenstelling tot gepersonaliseerd onderwijs waarbij de leerling het heft in handen heeft. Maar voor de leerlingen met lagere metacognitieve en zelfregulerende vaardigheden lijkt differentiatie (of zelfs individualisatie) beter aan te sluiten dan personalisatie (Marquenie e.a., 2014). Op een relatief gemakkelijke manier kun je met het Hele Taak Eerst-model (Janssen e.a., 2016) een bestaande les ombouwen naar een uitdagende les waarin je differentieert. Een Hele taak eerst-les bestaat uit verschillende bouwstenen (uitleg, uitgewerkte voorbeelden, deelopdrachten en een eindopdrachten, de hele taak) en heeft twee uitgangspunten:
- Je begint de les met de introductie van de hele taak. Vaak volstaat het om een bestaande (eind)opdracht naar voren te halen.
- Alle andere bouwstenen van de les zijn ‘hulp op maat’ voor het afronden van de hele taak. Geef leerlingen alleen de hulp op maat die ze nodig hebben en op het moment dat ze die nodig hebben.